Het venster stond open -, de koele Meiwind lichtte zachtzinnig, zonder geweld, de gordijnen op, bolde ze als zeilen en dreef ze tot midden in de kamer - dan zonken ze weer stil terug - het was als het uitademen van een slapend kind.

La fenêtre était ouverte — le vent frais de mai soulevait doucement les rideaux, sans force, les gonflait comme des voiles et les faisait flotter au milieu de la pièce — puis ils retombaient silencieusement — c’était comme le souffle d’un enfant endormi.

Boven den bos vochtige hyacinthen, die ze in twee handen hield omklemd, mond en neus erin begraven, keek Ina ernaar - haar hart bonsde van een zacht, heftig verheugen, ze voelde het in haar keel - en als toen ze een kind was, liet ze de woorden van haar gedachten deinen op den maatslag van haar hart: de winter is voorbij...

Par-dessus les arbres, Ina regardait les hyacinthes humides qu’elle tenait serrées dans ses deux mains, le nez et la bouche enfouis dedans — son cœur battait d’une joie douce et violente, elle le sentait dans sa gorge — et comme quand elle était enfant, elle laissait les mots de ses pensées flotter au rythme de son cœur : l’hiver est passé...

de winter is voorbij...

l’hiver est passé...

de winter is voorbij...

l’hiver est passé...

Maar even, want dadelijk sloeg ze de oogen neer en dronk met dieper, inniger teugen den zwaren vochtigen geur.

Mais seulement un instant, car aussitôt elle baissa les yeux et respira plus profondément, plus intensément, l’odeur lourde et humide.

Het was meer dan de geur der jonge sappen van de weerkeerende lente, het was de geur van haar jeugd, van haar verleden en nu ze met gesloten oogen haar gezicht begraven hield, leek het, als sloegen de poorten van haar ziel wijd open en kwam haar heele jeugd op haar af,

C’était plus que l’odeur des sèves printanières, c’était l’odeur de sa jeunesse, de son passé, et maintenant, alors qu’elle enfouissait son visage dans ses mains à yeux fermés, c’était comme si les portes de son âme s’ouvraient tout grand et que toute sa jeunesse affluait vers elle.

de gansche stoet van jaren en dagen, tot de prilste toe - met hun gevoelens, gebeurtenissen en ontmoetingen, stonden van dag en schemering - geluiden, luchten, stemmen van menschen,

Toute une procession d’années et de jours, jusqu’aux plus récents — avec leurs sentiments, leurs événements et leurs rencontres, leurs jours et leurs crépuscules — leurs bruits, leurs odeurs, les voix des hommes.

reuken in huis, ze liet het trillend over zich komen in bewogenheid en gelukzalige verwondering, omdat dit mogelijk was, dat al dit ontslapene, lang-vergetene opgewekt werd en herboren tot bijna ontstellende scherpheid en duidelijkheid door geur van hyacinthen.

Elle laissait tout cela la traverser avec émotion et une joie étonnée, parce qu’il était possible que tout cela, endormi et oublié depuis longtemps, soit réveillé et renaisse avec une acuité et une clarté presque effrayantes grâce à l’odeur des hyacinthes.

Het scheen haar, als was haar eigen ziel een photografische plaat, schijnbaar grauw en effen, maar waarop in het ontwikkelend bad evenzoo ontstellend duidelijk en verwonderlijk de beelden verschijnen, die tevoren niet zichtbaar bestonden.

Il lui semblait que sa propre âme était une plaque photographique, apparemment grise et uniforme, mais où dans le bain du développement apparaissaient aussi des images étonnamment claires et merveilleuses qui n’avaient pas été visibles auparavant.

Geur was dan het ontwikkelingsbad der herinnering, maar geur niet alleen - ook muziek, en somwijlen behoefde het zelfs niet meer dan eenig vaag en onbepaald gerucht, regen en wind, een roep van buiten in den avond te wezen - die haar onvoorbereid terugvoerde naar de verten van het verleden.

L’odeur était alors le bain de développement de la mémoire, mais pas seulement l’odeur — aussi la musique, et parfois il suffisait d’un vague et indéfini murmure, de la pluie et du vent, d’un appel de l’extérieur au crépuscule — pour la ramener sans prévenir aux profondeurs du passé.

Wat wonderlijk was dit - dat de indrukken uit haar vroegste jeugd het sterkst in haar voortbestonden - het machtigst haar ontroerden in het herdenken, -

Comme c’était merveilleux — que les impressions de sa plus tendre enfance fussent les plus fortes en elle — les plus émouvantes dans sa mémoire.

alles uit dien onbewusten tijd, toen ze zelf niet wist dat ze luisterde en oplette en toch scherper moest hebben opgelet, inniger geluisterd dan ooit later, toen de gebeurtenissen kleuriger, feller schenen in het beleven, toen ze bewust luisterde en keek en genoot - en die toch maar een verzwakte herdenking hadden gelaten.

Tout de cette période inconsciente, où elle ne savait pas qu’elle écoutait et observait, et pourtant elle devait avoir observé et écouté plus attentivement que jamais par la suite, quand les événements semblaient plus colorés, plus vifs dans leur vécu, quand elle écoutait et regardait consciemment et jouissait — et pourtant ils n’avaient laissé qu’un souvenir affaibli.

En als altijd weer vertastte en verdwaalde haar denken in die eene wijde verwondering, dat lokkende vreemde geheim - wat herinnering wel wezen mocht, die sterfelijkheid en vergankelijkheid te boven ging en scheen te logenstraffen - tot ze weer in het geheel niet dacht, alleen diep en vol ademde in den geur,

Et comme toujours, ses pensées s’égaraient et se perdraient dans cette vaste étonnement, ce mystère attirant — ce que la mémoire pouvait être, qui dépassait la mortalité et la fugacité et semblait mentir — jusqu’à ce qu’elle ne pense plus du tout, mais respire profondément et pleinement dans l’odeur.

terwijl de wind de zware gordijnen spelend voortdreef met zijn adem en haar geheele wezen zich leek te verwijden, zich tot zijn uiterste vermogen leek in te spannen om alle weelde te kunnen bevatten.

Tandis que le vent poussait les lourds rideaux en jouant avec son souffle, et que tout son être semblait s’étendre, s’efforcer de contenir toute cette opulence.

Er werd geklopt.

On a frappé à la porte.

‘Daar is de dokter, juffrouw.’

« Voilà le docteur, mademoiselle. »

‘De dokter!’

« Le docteur ! »

Ze sprong op en legde de hyacinthen neer, het verleden viel van haar af.

Elle a sauté sur ses pieds et a posé les hyacinthes. Le passé s’est détaché d’elle.

Het heden snoerde eng om haar heen: ze was negentien jaar, ze leefde bij vreemden omdat ze het thuis niet had kunnen houden - ze zat al twee dagen vrijwillig opgesloten, in onvree met elkeen en met zichzelf, verstrikt in twisten, als een vogel in den draad, en naar de eenzaamheid als naar een laatste wijkplaats weggevlucht.

Le présent s’est resserré autour d’elle : elle avait dix-neuf ans, elle vivait chez des inconnus parce qu’elle n’avait pas pu rester chez elle — elle était enfermée volontairement depuis deux jours, en conflit avec tout le monde et avec elle-même, prise dans des querelles, comme un oiseau dans un fil, et s’était enfuie vers la solitude comme vers un dernier refuge.

‘Kunt u den dokter ontvangen, juffrouw?’

« Pouvez-vous recevoir le docteur, mademoiselle ? »

‘Ik heb geen dokter noodig, mijn hoofdpijn is over,’ wilde ze zeggen, - toen hoorde ze hem met Mary beneden uit de kamer komen en zijn stem onder aan de trap en dan beider stemmen, het teemend, kraakdeftig praten van Mary boven zijn doffer brommen.

« Je n’ai pas besoin de docteur, ma migraine est passée », voulait-elle dire, — puis elle l’a entendu sortir de la pièce avec Mary, et sa voix au bas de l’escalier, puis les deux voix, le bavardage animé de Mary au-dessus de son grognement plus sourd.

Als ze eens klagen durfde!

Si seulement elle osait se plaindre !

Klagen over haar als over een schoolkind tegen een man, dien ze niet kende en die nu misschien met Mary over haar hoofdschudde en glimlachte.

Se plaindre d’elle comme d’une écolière à un homme qu’elle ne connaissait pas et qui, peut-être, secouait la tête et souriait à Mary à son sujet en ce moment même.

Dat gesprek moest uit zijn en dadelijk.

Cette conversation devait cesser, et cela immédiatement.

‘Vraag den dokter, of hij boven komt, Bartje.’

« Demandez au docteur s’il veut monter à l’étage, Bartje. »

Haar stem klonk gebiedend en ongeduldig, het meisje trok de deur toe; ze wachtte snel ademend, tot felheid en verweer gereed.

Sa voix sonnait autoritaire et impatiente. La jeune fille a refermé la porte ; elle attendait, respirant rapidement, prête à la colère et à la défense.

Voor haar op de tafel zag ze de bloemen en ze keek ernaar en de gedachte ving haar en bevreemdde haar, dat ze die maar behoefde op te nemen, hun geuren te drinken om mild en week te worden, om zich van zichzelf te verlossen met haar kleine woede en haar kleinen trots, en grooter, wijder, vrijer zichzelf terug te vinden, maar ze wilde niet, ze kon niet.

Sur la table devant elle, elle a vu les fleurs et elle les a regardées, et l’idée l’a saisie et l’a étonnée qu’il lui suffirait de les prendre, de respirer leur parfum pour devenir douce et tendre, pour se libérer de sa petite colère et de sa petite fierté, et se retrouver plus grande, plus large, plus libre, mais elle ne voulait pas, elle ne pouvait pas.

Het heden had haar vast, stond haar na, beet scherp op haar in - ze kon er zich niet aan onttrekken.

Le présent la tenait prisonnière, la poursuivait, la mordait violemment — elle ne pouvait pas s’en échapper.

Ineens zwegen de stemmen, ze hoorde hen de trap opkomen - beneden sloeg een deur, Mary was in de woonkamer gegaan.

Soudain, les voix se sont tues. Elle les a entendus monter l’ — une porte s’est fermée en bas, Mary était entrée dans le salon.

En terwijl zij zich afvroeg, hoe de dokter er uit zou zien en wat soort man hij kon wezen, bedacht ze tegelijk met schrik, dat ze niet wist wat ze hem zeggen moest.

Et pendant qu’elle se demandait à quoi ressemblerait le docteur et quel genre d’homme il pourrait être, elle a réalisé avec horreur qu’elle ne savait pas quoi lui dire.

Ze was immers niet ziek - en ze had hem zelf niet gevraagd te komen!

Après tout, elle n’était pas malade — et ce n’était pas elle qui avait demandé à ce qu’il vienne !

Snel wendde ze zich om naar den spiegel, glimlachte vluchtig, streek zich door het haar.

Elle s’est rapidement tournée vers le miroir, a souri brièvement et a passé ses doigts dans ses cheveux.

Als ze hem de waarheid eens zei - misschien, dat hij haar wel begreep - de warmte van dat hopen streek even door haar heen.

Et si elle lui disait la vérité — peut-être qu’il la comprendrait — la chaleur de cet espoir l’a traversée un instant.

Ze stond overeind naast haar stoel, toen hij binnenkwam. ‘U bent hier toch niet opzettelijk voor mij alleen?’

Elle s’est levée à côté de sa chaise quand il est entré. « Vous n’êtes pas venu exprès pour moi seule ? »

‘O neen, mevrouw Rutgers had mij noodig. Een kleinigheid, maar nu ik hier toch was, vroeg ze mij... Al een paar dagen hoofdpijn? Temperatuur opgenomen?’

« Oh non, Mme Rutgers avait besoin de moi. Une petite chose, mais comme j’étais là, elle m’a demandé... Vous avez des maux de tête depuis quelques jours ? Avez-vous pris la température ? »

Hoe belachelijk was dat. Ziek zijn -, temperatuur opnemen, een plichtmatig-bezorgd gezicht tegenover haar. Als ze het zonder ophef vertelde, zou het misschien niet te buitensporig klinken.

Comme c’était ridicule. Être malade — prendre la température, avoir un visage préoccupé et inquiet envers elle. Si elle le disait sans faire d’histoires, ça ne serait peut-être pas trop excessif.

‘Ik heb geen temperatuur opgenomen, ik ben niet ziek, ik zit hier alleen om... om eens een paar dagen te rusten.’

« Je n’ai pas pris la température, je ne suis pas malade, je suis ici juste pour... pour me reposer quelques jours. »

‘En waarom hebt u dat dan niet gezegd?’

« Et pourquoi ne l’avez-vous pas dit ? »

Ze zweeg, hij ging zitten, en keek glimlachend naar haar op, ze keek op hem neer en glimlachte ook.

Elle a été silencieuse, il s’est assis et l’a regardée avec un sourire. Elle l’a regardé et a souri aussi.

Hij had een aardig, rond, glad gezicht, lieve oogen, jongensoogen, hij zou vijfendertig jaar zijn.

Il avait un joli visage rond et lisse, de jolis yeux, des yeux d’enfant, il devait avoir quarante-cinq ans.

Hij was anders dan de anderen, - dat was volkomen duidelijk.

Il était différent des autres, — c’était tout à fait évident.

Het was prettig, hem onverwacht hier te hebben en wat met hem te praten.

C’était agréable de le voir ici inopinément et de discuter avec lui.

Ze voelde verlangen hem veel te vertellen, hem veel van zichzelf te vertellen.

Elle avait envie de lui dire beaucoup de choses, de lui parler beaucoup d’elle-même.

Hij vond haar aardig, het was in zijn oogen -, ze was ook aardig, ze had het in den spiegel gezien.

Il la trouvait jolie, c’était visible dans ses yeux —, elle l’était aussi, elle l’avait vu dans le miroir.

Omdat hij haar aardig vond, zou het haar licht vallen, met hem te praten.

Parce qu’il la trouvait jolie, il lui serait facile de discuter avec lui.

Maar hij moest beginnen.

Mais il devait commencer.

Ze bleef half afgewend tegen den schoorsteen geleund, hij keek naar haar, ze voelde het, in haar gedachten overzag ze haar eigen gestalte, vroeg zich af hoe hij haar japon zou vinden en de kleur van haar huid.

Elle est restée à demi-tournée, appuyée contre la cheminée. Il la regardait, elle le sentait, dans sa tête elle observait sa propre silhouette, se demandant ce qu’il penserait de sa robe et de la couleur de sa peau.

‘Waarom hebt u dan, met vertreding van de waarheid, voorgewend dat u hoofdpijn had?’

«Alors pourquoi as-tu prétendu avoir mal à la tête, en mentant ?»

Ze lachte, haar hart werd warm. Vreemd, zooeven toen ze meende, dat Mary als een kind over haar sprak, stak de drift al in haar op -, nu hij tot haar sprak als tot een kind, voelde ze zich tevreden en gestreeld. Ze ging van den schoorsteen weg en kwam tegenover hem zitten.

Elle a ri, son cœur s’est réchauffé. Étrangement, tout à l’heure, quand elle pensait que Mary parlait d’elle comme d’un enfant, elle avait déjà ressenti de l’irritation —, maintenant qu’il lui parlait comme à un enfant, elle se sentait satisfaite et flattée. Elle s’est éloignée de la cheminée et s’est assise en face de lui.

‘Als u wilt, zal ik het u vertellen, maar het is een heele geschiedenis.’

«Si tu veux, je vais te le dire, mais c’est toute une histoire.»

‘Ik luister.’ Hij zette zich recht op.

«J’écoute.» Il s’est redressé.

‘Maar zoo niet. Het is geen verhaaltje. Ik meen, dat er heel veel mee samenhangt.

«Mais non. Ce n’est pas une petite histoire. Je veux dire, il y a beaucoup d’éléments qui s’y rattachent.»

Maar eigenlijk is het ook gauw genoeg gezegd.

«Mais en fait, c’est assez simple à dire.»

Ik ben lastig, driftig en onverdraagzaam - ik lig met iedereen overhoop en ‘sympathieke’ menschen kan ik niet uitstaan.

«Je suis difficile, irritable et intolérant — je m’entends mal avec tout le monde et je ne peux pas supporter les gens «sympathiques».»

Ik ben hier nog geen drie maanden en ik heb al drie dozijn scènes gemaakt.

«Je ne suis pas ici depuis trois mois et j’ai déjà fait trois douzaines de scènes.»

Overigens komen die hier niet voor.

«D’ailleurs, ce n’est pas ça qui se passe ici.»

Iedereen hier is bedaard en beschaafd en heeft goede manieren.

«Tout le monde ici est calme, civilisé et a de bonnes manières.»

Tot in het derde en vierde geslacht. Tot de os en de ezel en de vreemdeling toe.

«Jusqu’à la troisième et quatrième génération. Jusqu’au bœuf, à l’âne et à l’étranger.»

Ik geef altijd de verkeerde antwoorden en doe altijd de verkeerde dingen mooi en de mooie dingen verkeerd.’

«Je donne toujours les mauvaises réponses et je fais toujours les mauvaises choses de manière agréable et les choses agréables de manière mauvaise.»

Ze onderbrak zichzelf en lachte: ‘Onzin, wat ik daar zeg.

Elle s’interrompit et rit : «C’est des bêtises, ce que je dis là.»

Nu bent u op de hoogte.’

«Maintenant, vous êtes au courant.»

Hij lachte.

Il rit.

‘U lacht om wat ik zeg. Goed - ik ben grootmoedig vandaag. Weet u wel dat ik anders best een moord kan begaan aan iemand die mij uitlacht? Nog wel om minder. Den eersten dag aan tafel wou ik Rutgers vermoorden met een vruchtenmesje.’

«Vous riez de ce que je dis. Très bien - je suis généreux aujourd’hui. Savez-vous que je pourrais autrement tuer quelqu’un qui se moque de moi ? Même pour moins. Le premier jour à table, j’ai voulu tuer Rutgers avec un couteau à fruits.»

Hij lachte weer.

Il rit encore.

‘Het klinkt zot en het was heelemaal niet zot.

«Ça a l’air idiot et ce n’était pas idiot du tout.»

Ik ben hier op een Woensdag gekomen, in Februari.

«Je suis venu ici un mercredi, en février.»

Op Woensdag is hier vrouwenkiesrechtkrans, dan zitten er beneden in de moderne kamer, op de praktische stoelen rondom de doelbewuste tafel allemaal hoogstaande, ernstige, edele, knappe, ontwikkelde en hygienisch-gekleede dames - en ik heb het op dien vreeselijken dag onderstaan over die hoogstaande, edele, knappe, sympathieke dames 's middags aan tafel oneerbiedige dingen te zeggen.

«Le mercredi, c’est le jour du suffrage féminin ici. Puis, dans la salle moderne, sur les chaises pratiques autour de la table délibérative, il y a toutes ces dames distinguées, sérieuses, nobles, belles, cultivées et hygiéniquement vêtues - et j’ai osé dire des choses irrespectueuses à ces dames distinguées, nobles, belles et sympathiques à table cet après-midi terrible.»

Ja, dat moet u niet onderschatten.

«Oui, il ne faut pas sous-estimer ça.»

Mary deed het ook niet. Ik zie haar nog, met haar verwaand snoekenmondje en haar ronde leege oogen - zegt u het nu eens zelf; lijken niet alle vrouwenkiesrechtdames op elkaar, of zou het alleen komen omdat ze zich allemaal precies eender kleeden?

«Mary ne l’a pas fait non plus. Je la vois encore, avec sa bouche pétulante et ses yeux ronds vides - dites-le vous-même ; toutes les dames du suffrage féminin ne se ressemblent-elles pas, ou est-ce juste parce qu’elles s’habillent toutes exactement de la même manière ?»

Daar loop ik allang over te tobben, het is bepaald een probleem voor mij!

«Ça me tracasse depuis longtemps, c’est vraiment un problème pour moi !»

‘Dat lossen we later op. Mevrouw Rutgers richtte zich op... fier als een pauw, ondanks haar onbetamelijke dikte, en begon mij de les te lezen, met haar kraakdeftige stem. Mijnheer Rutgers at rijstebrij...’

«On réglera ça plus tard. Mme Rutgers s’est tournée vers... fière comme un paon, malgré son poids indécent, et a commencé à me faire la morale, avec sa voix cassante. M. Rutgers mangeait de la bouillie de riz...»

Hij lachte luid, ze keek verontwaardigd.

Il rit fort, elle a l’air indignée.

‘Ja, u moet niet boos zijn. Wat hebt u tegen rijstebrij?’

«Oui, vous ne devez pas être en colère. Qu’avez-vous contre la bouillie de riz ?»

‘Precies hetzelfde wat ik tegen “sympathieke” menschen heb. Die rijstebrij had mij moeten waarschuwen - maar ik verstond het niet, en ging er roekeloos tegen in. Ik had moeten voelen dat er van een man, die zóó rijstebrij at als hij deed, voor een meisje niets was te hopen.’

«Exactement la même chose que j’ai contre les gens "sympathiques". Cette bouillie de riz aurait dû me donner un avertissement - mais je n’ai rien compris, et je m’y suis opposé imprudemment. J’aurais dû sentir qu’on ne pouvait pas s’attendre à grand-chose d’un homme qui mangeait de la bouillie de riz comme il le faisait.»

‘En wat hoopte u dan?’

«Et qu’espériez-vous donc ?»

‘Dat hij mij helpen zou.

«Qu’il m’aiderait.»

Dat hij zou voelen, hoe ellendig en vernederd ik mij voelde - al hield ik mij goed, maar ik gloeide als vuur - toen Mary mij terechtwees als een klein kind, den eersten dag,

«Qu’il comprendrait à quel point je me sentais malheureuse et humiliée - même si je me tenais bien, mais je rougissais comme le feu - quand Mary me réprimandait comme une petite enfant, le premier jour.»

en over die malle wijven met hun uitgestreken gezichten sprak als een voortreffelijke vrouwenschaar, waar ik, nietig wurm, met eerbied tegen op moest zien - dat hij ridderlijk zou zijn, dat hij iets liefs, iets goedigs, of iets grappigs zou hebben gezegd.

«Et parlait de ces stupides femmes avec leurs visages impassibles comme d’un excellent groupe de femmes, devant lequel moi, insignifiante, je devais me tenir respectueusement.» «Qu’il serait chevaleresque, qu’il dirait quelque chose de gentil, de bien ou d’amusant.»

Die leelijke frik, die pedante kwast. Is dat een man?

«Ce vilain homme, cette pédante ridicule. Est-ce un homme ?»

Ik hoor het nog, met die neusstem, “grapjes, die niet te pas komen over hoogstaande vrouwen” of hij voor zijn klas stond.

Je l’entends encore, avec cette voix nasale : «Des plaisanteries déplacées sur des femmes distinguées», ou bien il se tenait devant sa classe.

Hij kan mij niet uitstaan en ik, o, ik vind hem afschuwelijk.

Il ne peut pas m’endurer et moi, oh ! je le trouve odieux.

Het tegen deel van alles wat ik mij voorstel dat een man moet zijn.’

C’est le contraire de tout ce que j’imagine qu’un homme devrait être.»

‘En toen wilde u hem te lijf met een vruchtenmesje.’

«Et alors, vous vouliez l’attaquer avec un couteau à fruits.»

‘U moet niet zoo lichtvaardig praten over drift,’ zei ze plotseling ernstig.

«Vous ne devriez pas parler si légèrement de la colère», dit-elle soudainement d’un ton sérieux.

‘Het is veel erger dan u denkt - het maakt je tot een beest, je stem wordt rauw, je gezicht wordt leelijk, je wilt bloed zien, je wilt wurgen.

«C’est bien pire que vous ne le pensez - ça vous transforme en une bête, votre voix devient rauque, votre visage devient laid, vous voulez voir du sang, vous voulez étrangler quelqu’un.»

Uren nadat ik driftig ben geweest, moet ik soms nog denken aan de afschuwelijke dingen, die ik heb gezegd en gewild.

Des heures après avoir été en colère, je dois parfois penser aux choses horribles que j’ai dites et voulues.

Het is zoo gruwelijk en zoo vreemd...

C’est tellement horrible et tellement étrange...

“Buiten zichzelf zijn” is er een prachtige uitdrukking voor.

«Être hors de soi» est une belle expression pour ça.

En iedereen kan het mij maken, en alles, de geringste, het onnoozelste.

Et tout le monde peut m’énerver, et tout, le plus petit, le plus stupide.

Zooeven toen u met Mary stond te praten.

Il y a peu, quand vous parliez avec Mary.

Wat zei ze?

Qu’a-t-elle dit ?

Had ze het over mij?

Parlait-elle de moi ?

Juist, dat voelde ik. En wat vertelde ze?’

Exactement, je l’ai senti. Et qu’a-t-elle dit ? »

‘Ik weet niet of ik het u zeggen mag!’

« Je ne sais pas si je suis autorisé à vous le dire ! »

‘Ik weet ook niet of u het mij zeggen mag - maar u zegt het mij wel.’

« Je ne sais pas non plus si vous êtes autorisé à me le dire – mais vous me le dites quand même. »

‘Ze heeft mij geen geheimhouding gevraagd en het is misschien zelfs beter dat u het weet. Ze hebben van uw thuis over u geschreven.’ Ze sprong op en keek hem fel aan.

« Elle ne m’a pas demandé de garder le secret et il vaut peut-être mieux que vous le sachiez. Ils ont écrit à propos de vous chez vous. » Elle s’est levée et l’a regardé durement.

‘Ze hebben? Wie hebben? Otto en Josefine niet. Otto wilde het niet - en nu heeft Annie het toch gedaan. Mijn aanstaande schoonzuster, dat zelfzuchtige wezen, waar mijn broer verliefd op is. En wat, wat heeft ze geschreven?’

« Ils ont fait ça ? Qui a fait ça ? Pas Otto et Josefine. Otto ne voulait pas – et maintenant Annie l’a fait quand même. Ma future belle-sœur, cet être égoïste dont mon frère est amoureux. Et quoi, qu’ont-ils écrit ? »

Ze was wit en trilde.

Elle était pâle et tremblait.

‘Als u nu eens tenminste probeerde kalm te blijven. Toe.’ Ze ging zitten.

« Si vous essayiez au moins de rester calme. S’il vous plaît. » Elle s’est assise.

‘Wat stond er in dien brief?’

« Qu’y avait-il dans cette lettre ? »

‘Dingen, die verleden jaar en voorverleden jaar gebeurd zijn - en waarbij u betrokken was. Dat u...’

« Des choses qui se sont passées l’année dernière et l’année d’avant – et auxquelles vous étiez impliqué. Que vous… »

‘Dat ik...’

« Que je… »

‘Dat u om een onderwijzeres van uw school uit een raam bent gesprongen.’

« Que vous avez sauté par la fenêtre pour aller voir une enseignante de votre école. »

Ze werd gloeiend rood en sloeg de handen voor het gezicht, haar stem klonk gesmoord.

Elle est devenue toute rouge et s’est couvert le visage de ses mains, sa voix étouffée.

‘En dat schrijft Annie aan Mary en Mary vertelt het aan Herman en aan Gerda en aan Erik en morgen weet Coba het en volgende week weten al die edele, brave, hoogstaaande zielen het zoogoed als de edele, brave, hoogstaande zielen ginds het weten - en kunnen ze hun waardige hoofden schudden, en lachen om het gekke kind of misschien medelijden met haar hebben.

« Et Annie écrit ça à Mary, et Mary le dira à Herman et à Gerda et à Erik, et demain Coba le saura, et la semaine prochaine, toutes ces nobles, bonnes, distinguées âmes le sauront aussi bien que les nobles, bonnes, distinguées âmes là-bas – et elles pourront secouer la tête avec dignité, et rire de cette enfant folle, ou peut-être avoir pitié d’elle. »

Begint u te begrijpen, dat ik ze allemaal haat?

Comprenez-vous maintenant que je les déteste tous ?

En dat wist u dus allemaal precies, toen u hier de trap op kwam?’

Et vous saviez donc tout ça quand vous êtes monté les escaliers ici ? »

Hij knikte van ja, ze vloog op.

Il a fait oui de la tête, et elle a bondi de joie.

‘Mary heeft u naar boven gestuurd om te zien of ik mij ook tusschentijds verhangen had,’ gilde ze buiten zichzelf.

« Mary vous a envoyé voir si je ne m’étais pas pendu entre-temps, » a-t-elle crié hors d’elle-même.

‘Ze denken zeker dat het een pretje is, een soort van hebbelijkheid of liefhebberij.

« Ils pensent sûrement que c’est une plaisanterie, une sorte de passe-temps ou d’amusement. »

Als Pennewip, weet u wel: “hij-doet-die-dingen-voor-zijn-plezier.”

Comme Pennewip, vous savez : « Il fait ces choses pour son plaisir. »

Hoort u ook tot die heldhaftige geesten, die zoo kloekmoedig hebben uitgemaakt, dat zelfmoord “laf” is?

Faites-vous aussi partie de ces esprits héroïques qui ont si courageusement déclaré que le suicide est « lâche » ?

Vertel ze uit mijn naam, als u het weer eens hoort, dat ze het eens probeeren moeten, uit een raam of in het water.’

Dites-leur de ma part, si vous les entendez encore, qu’ils devraient essayer eux-mêmes, par la fenêtre ou dans l’eau. »

Ze ging weer stil zitten.

Elle s’est à nouveau assise en silence.

‘Nu vindt u mij natuurlijk ook gek - net als de rest.’

« Maintenant, vous me trouvez sûrement aussi fou – comme tout le monde. »

‘Ik weet werkelijk niet of ik “ja” of “neen” moet zeggen om u kalm te houden. U bent precies een vaatje buskruit op het oogenblik.’

« Je ne sais vraiment pas si je dois dire « oui » ou « non » pour vous calmer. Vous êtes exactement une poudrière à ce moment-là. »

‘Als u alles wist.

« Si vous saviez tout. »

Hebt u wel eens gedroomd dat u plotseling in de nauwte tusschen vier muren ontwaakte, tusschen vier, enge, hooge dichtgemetselde muren, zonder uitweg?

Avez-vous déjà rêvé de vous réveiller soudainement dans l’étroitesse de quatre murs, entre quatre murs hauts et étroits, sans aucune issue ?

Niet?

Non ?

Ik denk, dat het kwam van een wonderlijken roman, waar iets in voorkwam van een non, die ze zoo ingemetseld hadden.

Je pense que cela venait d’un roman étrange, dans lequel il y avait une nonne qui avait été ainsi enfermée.

Ik droom de gekste dingen, ik zou ze niet kunnen vertellen - en u zoudt me niet gelooven.

Je rêve des choses les plus folles, je ne pourrais pas les raconter – et vous ne me croiriez pas.

Soms heb ik het gevoel, dat ik tien jaar van mijn leven zou willen geven om te weten wat droomen beduidt - en nog tien andere om te weten wat herinnering is.’

Parfois, j’ai l’impression que je donnerais dix ans de ma vie pour savoir ce que signifient les rêves – et dix autres pour savoir ce qu’est la mémoire. »

‘U bent verkwistend met uw jaren en u zoudt gauw aan een eind zijn -, er zijn nog zooveel meer geheimen dan die twee alleen.’

« Vous gaspillez vos années et vous finirez bientôt – il y a tellement plus de mystères que ces deux-là. »

‘En als ik ze weten mocht, die geheimen -, allemaal -, voor één enkel oogenblik -, en daarna dood -, zoudt u mij beklagen? Is dat dan leven, wat wij doen, altijd in den nacht, altijd op den tast?’

« Et si je connaissais ces mystères – tous – pour un seul instant – et ensuite la mort – vous me plaindriez ? Est-ce cela la vie, ce que nous faisons, toujours dans l’obscurité, toujours à tâtons ? »

‘Zoo denkt u stellig niet altijd.’

« Vous ne pensez sûrement pas toujours cela. »

‘Zoo denk ik gewoonlijk niet -, dat is juist zoo wonderlijk.

« Moi non plus – c’est justement ce qui est si étrange. »

Als iemand mij lief vindt en van mij houdt en mij begrijpt -, of als ik voel, dat ik van de menschen houd - niet van de menschen die ik ken, maar van de menschen die ik niet ken -, of als een vriend de “Kleine Nacht-muziek” voor mij speelt en mij daarna zegt, dat hij voor niemand in de heele wereld zoo mooi spelen kan...’

« Si quelqu’un m’aime, m’apprécie et me comprend – ou si je sens que j’aime les gens – pas ceux que je connais, mais ceux que je ne connais pas – ou si un ami joue pour moi la « Petite musique nocturne » et me dit ensuite qu’il ne peut jouer aussi bien pour personne d’autre au monde... »

ze zweeg en stond glimlachend verzonken als in herinnering.

Elle s’est tue et est restée plongée dans ses souvenirs, avec un sourire sur les lèvres.

‘U vertelde mij van een droom en van vier gemetselde muren.’

« Vous m’avez parlé d’un rêve et de quatre murs de briques. »

‘Ik weet het niet meer,’ zei ze zacht en slap, ‘ik ben bang dat ik er teveel ophef van maak. Het was misschien een heel banaal geval. Hebt u wel eens voor iemand geknield?’

« Je ne m’en souviens plus », a-t-elle dit doucement et lentement, « j’ai peur d’en faire trop. C’était peut-être un cas très banal. Avez-vous déjà agenouillé devant quelqu’un ? »

Hij glimlachte en schudde ontkennend het hoofd.

Il a souri et a secoué la tête négativement.

‘Ik weet precies hoe belachelijk het is. Ik heb een heel scherp gevoel voor het belachelijke -, ik weet precies, als ik zelf iets belachelijks doe, of als ik mij aanstel.

« Je sais exactement à quel point c’est ridicule. J’ai un sens très aigu du ridicule – je sais exactement quand je fais moi-même quelque chose de ridicule, ou quand je me mets en scène. »

Maar toen was het niet belachelijk.

Mais à ce moment-là, ce n’était pas ridicule.

Het werd het pas toen zij lachte.

Ce n’est devenu ridicule que lorsqu’elle a ri.

Voelt u wat ik bedoel?

Vous comprenez ce que je veux dire ? »

Toen zij ermee spotte werd het bespottelijk.

Quand elle s’est moquée de ça, c’est devenu grotesque.

En ik zelf heelemaal.

Et moi aussi, complètement.

En alles wat ik al die maanden had gezegd en gedaan -, de versjes, de briefjes, het uren wachten in den regen.

Et tout ce que j’avais dit et fait pendant tous ces mois – les poèmes, les notes, attendre des heures sous la pluie.

Dat had ik al die maanden niet gevoeld, niet vermoed - al die maanden dat zij een vertooning van mij maakte voor anderen -, en toen ik het ineens besefte, alsof de bliksem in mijn hersens sloeg -, en toen mijn “ideaal” daar stond en lachte - giechelde als een winkeljuffrouw - dat was het ontwaken tusschen vier gemetselde muren en nergens een uitweg,

Je n’avais rien ressenti de tout ça pendant tous ces mois, je n’avais rien soupçonné – tous ces mois où elle se moquait de moi devant les autres – et quand j’ai soudainement réalisé, comme si un éclair m’avait frappé dans la tête – et quand mon « idéal » se tenait là et riait – riait comme une vendeuse – c’était comme se réveiller entre quatre murs de briques, sans aucune issue.

Ik voel wel -, nu ik het zeg, klinkt het allemaal flets en flauw, onecht misschien -, het overtuigt mijzelf nauwelijks meer.

Je sens bien – maintenant que je le dis, tout ça semble fade et insipide, peut-être même artificiel – ça ne me convainc plus guère moi-même. »

En toen leek het mij de eenige, de natuurlijke, de aangewezen oplossing.

Et à ce moment-là, cela me semblait être la seule solution, la solution naturelle, la solution appropriée.

Is het niet wonderlijk, dat ik het nu, na zoo kort, nauwelijks meer navoelen kan?

N’est-ce pas étonnant que je n’arrive plus à le ressentir maintenant, après si peu de temps ?

De meeste menschen zouden de gevolgtrekking maken, dat het toen ook niet “echt” was, maar ik weet beter.’

La plupart des gens en déduiraient que ce n’était pas « réel » à l’époque, mais je sais mieux. »

‘Natuurlijk. Onweer gaat voorbij en was toch ook “echt”, zoolang het er was.’

« Bien sûr. Un orage passe et pourtant il était « réel » tant qu’il durait. »

‘Ik ben blij dat u zoo denkt -, en dat u mij niet als de anderen bij voorbaat oppervlakkig vindt.’

« Je suis heureux que vous pensiez ainsi – et que vous ne me considériez pas comme superficiel comme les autres. »

‘Altijd de “anderen”!’

« Toujours les « autres » ! »

Ze bloosde.

Elle rougit.

‘U hebt gelijk.

« Vous avez raison. »

Ik geef meer om ze, en om hun oordeel vooral, dan ik erken.

« Je m’inquiète plus pour eux, et surtout pour leur jugement, que je ne l’admets. »

Soms -, en soms ben ik dan weer zoo geweldig zeker van mij-zelf en zoo trotsch.

« Parfois – et parfois, je suis tellement sûr de moi et si fier. »

Het eene oogenblik ben ik volkomen anders dan het andere -, alsof ik niet één mensch was, met één hart en één paar oogen -, maar honderd menschen, met honderd harten en honderd paren oogen.

« À un moment donné, je suis complètement différent d’un autre – comme si je n’étais pas une seule personne, avec un seul cœur et une seule paire d’yeux – mais cent personnes, avec cent cœurs et cent paires d’yeux. »

Dat geeft zoo'n verward, onzeker gevoel.’

« Cela procure un sentiment de confusion et d’incertitude. »

Hij antwoordde niet en peinsde even.

Il ne répondit pas et réfléchit un instant.

‘Hoe komt u hier, juist hier?’

« Comment êtes-vous arrivé ici, précisément ici ? »

‘Beschikking van hoogerhand. Deze verbintenis is in den vrouwenkiesrecht-hemel gesloten. Mary, mijn gastvrouw, en mijn zuster Josefine, kennen elkaar al jaren - door de banden der propaganda saâmgesnoerd - ze vinden elkaar sympathiek. En ik had geen voorkeur.’

« Une décision d’en haut. Cet engagement a été conclu dans le ciel du droit de vote des femmes. Mary, mon hôtesse, et ma sœur Joséphine, se connaissent depuis des années – liées par les liens de la propagande – elles se trouvent sympathiques. Et je n’avais aucune préférence. »

‘En wie hebt u hier nu leeren kennen? Het zusje - hoe heet ze? - Gerda, natuurlijk, maar ze is veel uit logeeren. Dat is jammer voor u.’

« Et qui avez-vous appris à connaître ici ? La sœur – comment s’appelle-t-elle ? – Gerda, bien sûr, mais elle est souvent en dehors de la maison. C’est dommage pour vous. »

‘Betrekkelijk - ze herinnert me altijd aan mijn eigen liefdelooze snoodheid.

« Relativement – elle me rappelle toujours ma propre méchanceté sans amour. »

Want ik durf het bijna niet te bekennen, maar in mijn hart kan ik de lieve, alom beminde Gerda óók niet zetten -, ze is zoo snoezig verliefd en zoo vol van Erik, die eigenlijk wiskunde had zullen studeeren en nu rechten doet tegen heug en meug, omdat hij de opvolger hoopt te worden van een kindschen oom aan een bank of zoo.’

« Car j’ose à peine l’admettre, mais dans mon cœur, je ne peux pas non plus aimer la douce et universellement aimée Gerda – elle est tellement follement amoureuse et tellement pleine d’Erik, qui aurait dû étudier les mathématiques et qui étudie maintenant le droit contre vents et marées, parce qu’il espère devenir le successeur d’un oncle d’enfance dans une banque ou quelque chose comme ça. »

‘En vindt u dat zoo erg?’ lachtte hij.

« Et vous trouvez ça si terrible ? » sourit-il.

‘Maar natuurlijk vind ik het erg,’ zei ze met een opzettelijken geprikkelden nadruk, schoon ze geen oogenblik geloofde in zijn voorgewenden twijfel en wel voelde, dat hij haar erg-vinden begreep en dat het hem aantrok, ‘wie zou dat niet erg vinden.

« Mais bien sûr que je le trouve terrible », dit-elle avec un accent délibérément irrité, bien qu’elle ne croyât pas un instant à son faux doute et sentait qu’il comprenait son mécontentement et qu’il était attiré par elle. « Qui ne le trouverait pas terrible ? »

Ik zou nooit willen trouwen met een man, die iets deed, waar hij geen zin in had en om “vooruitzichten” een mooie studie vergooide.’

« Je ne voudrais jamais épouser un homme qui ferait quelque chose qu’il n’aime pas et qui gâcherait une belle étude pour des « perspectives ». »

‘Meent u dat werkelijk?’

« Vous le pensez vraiment ? »

Ze kreeg een kleur, maar ze bleef hem aanzien.

Elle rougit, mais elle continua à le regarder.

‘Ja -, ik meen het heel echt,’ zei ze ernstig en vast ‘en ik weet precies waarom u het vraagt. Zal ik het zeggen?’

« Oui – je le pense vraiment », dit-elle sérieusement et fermement. « Et je sais exactement pourquoi vous le demandez. Devrais-je le dire ? »

‘Als we het allebei weten? Wie zijn er nog meer?’

« Si nous le savons tous les deux ? Qui d’autre le sait ? »

‘De zuster van den aangebedene, Coba, medisch student.’

« La sœur de l’homme adoré, Coba, étudiante en médecine. »

‘Jawel, die ken ik -, nogal een pedantje, nietwaar?’

« Oui, je la connais – c’est une petite pédante, non ? »

‘En zoo leelijk -, en zoo onbehaaglijk met dien stijven knoedel en die piekharen in haar nek.’

« Et elle est si laide – et si désagréable avec cette bosse rigide et ces poils pointus dans son cou. »

‘Ook al mee overhoop gelegen?’ plaagde hij.

« Même si elle est très jolie ? » plaisanta-t-il.

‘Och -, die opgeblazenheid omdat ze zich door wat boeken heeft heengegeten en een dood mensch in mootjes gesneden. Ze mogen zeggen wat ze willen, maar meisjes maken veel meer ophef van hun studie dan jongens.’

« Oh – cette arrogance parce qu’elle a dévoré quelques livres et qu’elle a découpé un cadavre en morceaux. Ils peuvent dire ce qu’ils veulent, mais les filles font beaucoup plus de bruit autour de leurs études que les garçons. »

‘Jawel,’ lachte hij, ‘dat kan wel waar zijn. Ze worden er een beetje topzwaar van, is het niet? De geleerdheid kijkt ze wat al te erg de oogen uit. Maar u gaat toch zelf ook studeeren?’

« Oui », rit-il, « ça peut être vrai. Elles deviennent un peu trop sérieuses, non ? Le savoir leur monte un peu trop à la tête. Mais vous allez quand même étudier vous-même ? »

‘Klassieken - ja, als ik het zoover brengen kan.

« Les classiques – oui, si je peux y arriver. »

Ik werk voorloopig voor mijn staatsexamen -, en misschien kies ik dan wel wat anders.

« Pour l’instant, je travaille pour mon examen d’État – et peut-être que je choisirai autre chose ensuite. »

Over rechten heb ik ook gedacht -, pleiten zou heerlijk zijn - maar het wordt mij afgeraden juist omdat ik het mij te mooi voorstel.

« J’ai aussi pensé au droit – plaider serait merveilleux – mais on me déconseille de le faire justement parce que je m’imagine que c’est trop beau. »

Daar voel ik wel voor - voor dat bezwaar.

« C’est ça qui me plaît – cette objection. »

Overigens zal ik dan mijn best doen, niet topzwaar te worden.’

« En tout cas, je ferai de mon mieux pour ne pas devenir trop sérieux. »

‘Blijft u hier nog lang?’ glimlachte hij daarna, ‘in de vrijwillige ballingschap, meen ik.’

« Vous resterez ici longtemps ? » sourit-il ensuite, « en exil volontaire, je suppose. »

‘Ik weet niet,’ zei ze met een blos, ‘ik voel me op het oogenblik eigenlijk veel verdraagzamer en toegeeflijker dan een uur geleden.

« Je ne sais pas », dit-elle en rougissant, « en ce moment, je me sens en fait beaucoup plus tolérante et indulgente qu’il y a une heure. »

Buitensporig zachtzinnig.

« Exagérément douce. »

De dingen hebben hun ergste verschrikkingen verloren -, nu ik ze heb kunnen zeggen.

« Les choses ont perdu leur pire horreur – maintenant que j’ai pu les exprimer. »

Gelooft u niet, dat Javanen tot “amok” komen, omdat ze zoo gesloten zijn?

« Ne croyez-vous pas que les Javanais en viennent à l’amok parce qu’ils sont si fermés ? »

Ik dacht het vroeger al -, ik voel er soms iets van in mij, hoe ik “amok” zou maken als ik nooit iets loslaten mocht.

« Je le pensais déjà – je ressens parfois quelque chose en moi, comment je ferais l’amok si je n’étais jamais autorisé à me lâcher. »

Maar nu,’ ook met de bedoeling hem iets vriendelijks te zeggen en daardoor te behagen, zei ze warm, ‘nu ben ik dankbaar, omdat ik tegen u heb kunnen spreken, en als u het vraagt,

« Mais maintenant », disant aussi cela pour lui dire quelque chose d’amical et le satisfaire, elle dit chaleureusement, « maintenant je suis reconnaissante d’avoir pu vous parler, et si vous le demandez,

dan zal ik naar de anderen gaan en vanmiddag als een toonbeeld van zachtzinnigheid aan tafel zitten - en rijstebrij eten, en met belangstelling en waardeering over Mary's dameskrans praten en voorlezen uit het “Maandblad” - tot het middernachtelijk uur.’

je irai vers les autres et je serai assise à table cet après-midi comme un modèle de douceur – et je mangerai du riz gluant, et je parlerai avec intérêt et appréciation du collier de Mary et je lirai le « Maandblad » – jusqu’à minuit. »

‘Heb ik werkelijk zooveel verdiend?’ vroeg hij glimlachend, maar ineens verlegen en teruggetrokken ook. De blijde, behaagzieke uitdrukking trok van haar gezicht weg, ze vond geen antwoord; in de stilte stond hij op en nam zijn hoed.

« Ai-je vraiment mérité autant ? » demanda-t-il en souriant, mais soudain gêné et renfermé aussi. L’expression joyeuse et satisfaite disparut de son visage, elle ne trouva pas de réponse ; dans le silence, il se leva et prit son chapeau.

‘Ik kom over een paar dagen nog wel eens naar mevrouw Rutgers kijken.’

« Je viendrai revoir Mme Rutgers dans quelques jours. »

Hij zei het heel vriendelijk, maar heel zakelijk, het leek zóó naar de aankondiging van een doktersbezoek, dat het ‘graag’ niet over haar lippen kwam.

Il le dit très amicalement, mais très formellement, cela ressemblait tellement à l’annonce d’une visite médicale, que le « avec plaisir » ne vint pas sur ses lèvres.

Het zou opdringerig en onbescheiden hebben geschenen, zichzelf als het doel van zijn bezoek voor te stellen.

Il aurait paru importun et indiscret de se présenter comme le but de sa visite.

Uit het raam keek ze hem na, maar hij keerde zich niet om. Ze werd gloeiend rood van schaamte, omdat zij het had verwacht en hij het nu niet had gedaan -; ze had ineens van het alleen-zijn met zichzelf genoeg en ging naar beneden.

Elle le regarda sortir par la fenêtre, mais il ne se retourna pas. Elle rougit vivement de honte, parce qu’elle l’avait attendu et qu’il ne l’avait pas fait – ; elle en avait soudain assez d’être seule avec elle-même et elle descendit.